Vandaag viel er al een plens regen in Drenthe. Maar, er zijn meer regen- en onweersbuien op komst. Goed nieuws zou je zeggen, maar dat valt in de praktijk tegen. Er kan lokale wateroverlast ontstaan en de droogte wordt er vaak nauwelijks mee verholpen.
Door: ANP Expert Support
Tijdens zomerse buien kan in korte tijd behoorlijk wat regenwater uit de lucht vallen. Soms is meer dan 30 millimeter mogelijk binnen een uur tijd en in extreme gevallen kan zelfs 100 mm naar beneden komen! Een tuin van tien vierkante meter krijgt in deze gevallen 300 liter water of zelfs 1000 mm te verwerken. 300 liter water is evenveel water als er wegstroomt wanneer iemand een uur lang onder de douche staat.
De snelheid en het geweld waarmee dit water soms uit de lucht komt, kan niet worden bijgehouden door het water wat de bodem in sijpelt. Het water begint op te hopen en stroomt daarna onder invloed van de zwaartekracht naar het laagste punt in het landschap. In een tuin met veel tegels of in stedelijke gebieden stroomt het water nog moeizamer weg in de grond en ontstaat eerder wateroverlast.
Na droogte is de kans op wateroverlast nog groter
In een situatie van extreme droogte, zoals nu, lijkt het voor de hand te liggen dat de uitgedroogde bodem extra veel vocht kan opnemen. Dit is echter niet het geval. Wanneer op een droge bodem een plensbui valt slaat de grond dicht. De bovenste centimeters van de bodem worden dan wel nat, maar het water dringt niet of nauwelijks dieper door de grond in.
Wat dat betreft is na een periode van droogte een dagje met lichte regen of motregen beter. De grond kan dan langzaam nat en zacht worden, waarna het weer gemakkelijker regen opneemt. Bovendien krijgt de regen dan veel meer de tijd om rustig de bodem in te zakken.