Het betreft bedrijven in Montfoort, Lelystad, Almere en Assen. Bij de eerste twee bedrijven had de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bovendien op heterdaad vastgesteld dat er natte banden ingevoerd werden, wat verboden is. De voorganger van Kuipers, staatssecretaris Paul Blokhuis, was in december 2021 van oordeel dat de NVWA niets kon doen. Het platform hoopt dat Kuipers tot een ander oordeel komt.
Tijgermuggen kunnen meer dan 20 virusziekten overdragen op mensen en dieren, waaronder zika, chikungunya, dengue en verschillende vormen van encefalitis (hersenontsteking). Bekend is dat tijgermuggen en andere exotische muggen, zoals de Koreaanse bosmug, graag eitjes leggen in gebruikte banden en zo mee kunnen liften naar Nederland. Daarom zijn aan importeurs van gebruikte banden voorschriften opgelegd om introductie en verspreiding te voorkomen. Een van die voorschriften is dat de banden droog worden ingevoerd en zodanig worden opgeslagen dat ze droog blijven. De NVWA is daarbij aangewezen als toezichthouder.
In november 2021 vroeg het platform toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis om handhavend op te treden tegen de vier bedrijven, omdat daar tijgermuggen dan wel Koreaanse bosmuggen waren gevonden. Een maand later oordeelde hij dat de NVWA niets kon doen. De enkele aanwezigheid van de exotische muggen bij de bedrijven zou onvoldoende zijn om op te kunnen treden.
Onbegrijpelijk, aldus Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform. Het is een natuurlijke wetmatigheid dat de eitjes water nodig hebben om zich tot volwassen mug te ontwikkelen. De constatering van exotische muggen bij een bandenbedrijf betekent dus automatisch overtreding van het voorschrift van droge import en droge opslag.
En dat de NVWA de bedrijven in Montfoort en Lelystad in 2021 op heterdaad betrapte bij de invoer van natte banden, was volgens Blokhuis ook geen reden tot handhaving. Importeurs van tweedehands banden hebben immers voor de aankomst op locatie niet de volledige controle over de lading, zo schreef hij.
Ook deze redenering snijdt geen hout. De plicht tot droge import ligt voor 100% bij het bandenbedrijf. Bovendien is het een absoluut voorschrift: alle banden moeten droog zijn, want in één band kunnen honderden eitjes zitten, die zich met water tot mug kunnen ontwikkelen. Het bedrijf zal met de leverancier harde afspraken moeten maken opdat de banden droog de container in gaan en onderweg niet nat kunnen worden. Het kan niet zo zijn dat de NVWA toestaat dat het bedrijf zich verschuilt achter fouten van de leverancier, het bedrijf is en blijft zelf verantwoordelijk, aldus Reinhold.
Vervolgens schreef Blokhuis: Hierdoor is het niet altijd redelijk om gebruik te maken van zware handhavingsinstrumenten, noch zullen zij in zo een situatie hun beoogde doel dienen, namelijk het bevorderen van de naleving van wet- en regelgeving door deze importeurs.
Reinhold: Ook dit is een totaal onbegrijpelijke redenering. Het toepassen van handhavingsinstrumenten in situaties zoals deze, waar een heel wezenlijk voorschrift wordt overtreden, bevordert juist de naleving!
En andersom: het niet toepassen van handhaving in deze situaties leidt ertoe dat de bedrijven de voorschriften niet meer serieus nemen. Schrijnend daarbij is dat uit openbaar gemaakte documenten is gebleken dat de NVWA in de afgelopen jaren regelmatig heeft geconstateerd dat de ingevoerde banden nat waren, maar dat de NVWA daar nog nooit handhavend tegen heeft opgetreden. Zo leren die bedrijven het nooit, en gaat de import van natte banden gewoon door, met alle risico s voor de volksgezondheid van dien!
Het platform heeft tegen het besluit van Blokhuis bezwaar ingediend bij minister Ernst Kuipers. Hopelijk neemt Ernst Kuipers de situatie wél serieus en geeft hij de NVWA opdracht om in actie te komen tegen de vier bedrijven.