Noord-Nederland: bijna driekwart van de inwoners heeft poepschaamte Istock

Noord-Nederland: bijna driekwart van de inwoners heeft poepschaamte

Een grote boodschap doen buiten de deur? Liever niet! In Noord-Nederland heeft namelijk 72,2% van de inwoners poepschaamte.

57,1% van de Groningers, Friezen en Drenten doet dit alleen als het écht niet anders kan en 15,1% doet zelfs helemaal nooit een grote boodschap buiten de deur. Dit en meer blijkt uit ‘Het Grote WC-onderzoek' van Sanitairwinkel. In samenwerking met bureau Panel Inzicht ondervroegen zij 1.200 Nederlanders naar hun WC-gewoontes. 

In de drie meest noordelijke provincies hebben inwoners minder vaak dan gemiddeld last van poepschaamte. Op landelijk niveau ligt dit percentage namelijk iets hoger (73,8%).

Dit zijn de meest ongemakkelijke situaties
Veel inwoners van Noord-Nederland vinden het ongemakkelijk om buiten de deur een grote boodschap te doen. Maar wat zijn dan eigenlijk de ongemakkelijkste poepsituaties? Dat blijken WC-hokjes te zijn met een open boven- en onderkant. Bij dit soort cabines zijn WC-geluiden namelijk extra goed hoorbaar.

Groningers, Friezen en Drenten vinden dit de meest ongemakkelijke toiletsituaties om een grote boodschap te doen:
1. Een 'open' WC-hokje: 90,5% van de Noord-Nederlanders vindt dit ongemakkelijk.
2. Op een date: 84,9% van de Noord-Nederlanders vindt dit ongemakkelijk.
3. Op school: 73% van de Noord-Nederlanders vindt dit ongemakkelijk.
4. Bij een vriend(in) thuis: 70,6% van de Noord-Nederlanders vindt dit ongemakkelijk.
5. In een openbare ruimte (restaurant, musea, evenement, etc.): 69% van de Noord-Nederlanders vindt dit ongemakkelijk.

Mannen met kinderen zitten het langst op de pot
Veel mannen nemen lekker de tijd op de pot. 32,1% van de Nederlandse mannen heeft namelijk langer dan 5 minuten nodig om een grote boodschap te doen, tegenover 24,2% van de vrouwen.

Onder mannen met thuiswonende kinderen is het percentage langpoepers veel hoger. 36% van hen neemt langer dan 5 minuten de tijd om een grote boodschap te doen. Ter vergelijking: bij vrouwen met thuiswonende kinderen ligt dit percentage een stuk lager, namelijk 23,6%.

Tiplijn