RUG-onderzoek werpt nieuw licht op extremisme in Noord-Nederland

RUG-onderzoek werpt nieuw licht op extremisme in Noord-Nederland

In Noord-Nederland zijn nieuwe vormen van extremisme in opkomst. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport dat vandaag verschijnt. Het rapport is in opdracht van de Gemeente Groningen uitgevoerd door RUG-onderzoekers Pieter Nanninga, Leonie de Jonge en Fleur Valk.

Dit geldt met name voor anti-overheidsextremisme, waarbij regelmatig dit wordt gecombineerd met extreemrechts. Deze ontwikkeling heeft geleid tot een stijgend aantal incidenten in de regio, variërend van bedreigingen en vernieling tot een aanslag op een journalist.

Extremisme in de regio
Hedendaagse vormen van extremisme zijn fluïde wat betreft organisatievormen en gedachtegoed. De grenzen tussen (legitiem) activisme en extremisme zijn vloeiend. Extremistische uitingen zijn vaak gerelateerd aan concrete problematiek, bijvoorbeeld rondom het corona-, stikstof en asieldebat, maar moeten tegelijk gezien worden als uitingen van een breder gedeeld maatschappelijk ongenoegen in de regio.

Aanpak
Met betrekking tot de Noord-Nederlandse extremisme-aanpak blijkt dat deze in lijn is met de landelijke kaders en door de geïnterviewde professionals grotendeels als positief wordt ervaren. Tegelijk concluderen de onderzoekers dat er sprake is van een discrepantie tussen het fenomeen en de aanpak ervan. Onder invloed van beeldvorming van de landelijke kaders en opleidingstrajecten ligt de focus in de lokale aanpak nog sterk op het jihadisme, terwijl recentere vormen van extremisme vaak niet als zodanig wordt herkend en erkend. Meer bewustwording expertise en capaciteit is nodig om de recente ontwikkelingen omtrent radicalisering en extremisme in de regio adequaat te adresseren.

Beperkte rol jihadisme
Volgens de onderzoekers leggen de noordelijke autoriteiten het beleid bij extremisme vaak op jihadisme, maar het onderzoek laat zien dit in de drie noordelijke provincies slechts een beperkte rol speelt bij uitingen van extremisme. 

Tiplijn