Tegenwoordig drinken we koffie van koffiebonen. Maar vroeger tijden maakte men ‘plantenkoffie’ van veel verschillende plantendelen, zoals bijvoorbeeld eikeltjes, paardenbloemwortel, cichoreiwortel en de zaden van de linde.

Door: Leah Groeneweg

Deze plantenkoffie mist de cafeïne, maar door het roosteren krijgt het wel een volle smaak. Daarnaast is het ook nog eens goed voor je footprint, want het heeft maar weinig voedselkilometers gemaakt. Dus zet eens een spade in de grond naast een paardenbloem en geef deze plantenkoffie een kans.

'Koffie' van paardenbloemwortel
Ingrediënten:
1 flinke bos paardenbloemwortels

Bereiding:
Schrob de paardenbloemwortels goed schoon, snijd ze in stukjes en maal ze in een keukenmachine tot ze de grootte hebben van gemalen koffie. Rooster de gemalen wortels in een droge koekenpan: doe een laag in de koekenpan en blijf steeds omscheppen. Eerst klontert het waarschijnlijk vast aan de bodem, maar dit gaat vanzelf over als het droger wordt. De surrogaatkoffie is klaar als het helemaal droog en koffiebruin van kleur is.

Als je veel paardenbloemwortels hebt kun je ze roosteren in de oven in plaats van in de koekenpan. Verwarm de oven voor op 150 à 160 graden Celsius en rooster tot ze de donkerbruine kleur van koffie benaderen. Dit kan wel drie kwartier duren. Schep regelmatig om.

Gebruik ongeveer één eetlepel geroosterde wortel per mok. Breng het water aan de kook, voeg de paardenbloemwortel toe en laat 2 minuten zachtjes pruttelen. Een andere methode is de paardenbloemwortel in een theezeefje te doen en te overgieten met kokend water. Laat het dan 10 minuten trekken.

Meer weten? Kijk inhetwildeweg.nl

assenstad