Sportverenigingen die een accommodatie huren van de gemeente Assen, beginnen in het nieuwe sportseizoen niet met een huurverhoging. Het college van B&W heeft besloten om ook dit jaar af te zien van de automatische indexering van de huurprijs.
De lastenverzwaring die dat met zich mee zou brengen, is volgens het college voor veel verenigingen niet te dragen. Tot en met december vergoedt de gemeente de kosten van indexering zelf. Na de zomer gaat de gemeente met verenigingen in gesprek om te zoeken naar een passende oplossing vanaf 2023.
Volgens de contractvoorwaarden kan de gemeente elk jaar, met ingang van de maand augustus, de huurprijs van sportaccommodaties verhogen. Dat gebeurt normaal gesproken aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Die kwam dit jaar uit op maar liefst 9,7%. Dat percentage wil het college de sportverenigingen juist in deze tijd, waarin de naweeën van de coronapandemie nog altijd goed voelbaar zijn, niet opleggen.
Volgens wethouder Albert Smit is het besluit in lijn met de ambitie van het college om geen drempels te hebben voor deelname aan sportactiviteit: “Als we de huren nu zo fors zouden verhogen, werkt dat direct door in de contributies. Dat zou in deze dure tijd, waarin mensen toch al meer op hun uitgaven moeten letten, net de druppel kunnen zijn om te stoppen met sporten. En dat willen we zeker niet.”
Vanwege de coronapandemie zijn de huren van sportaccommodaties in de afgelopen jaren ook niet verhoogd. De bedoeling was om de zaak nu weer te normaliseren, maar de maatschappelijke en economische ontwikkelingen maken het wenselijk om verenigingen ook nu te ontzien. De gemeente dekt de kosten uit de reserve corona. In een brief aan de sportverenigingen geeft het college aan dat deze situatie voor het gehele sportseizoen financieel niet houdbaar is. Na de zomer wil het college daarover met de sportverenigingen in gesprek.