Volgens het OM behoort No Surrender tot de zogenoemde outlaw motorcycle gangs (OMG), de clubs die zichzelf ook afficheren als de 1%-clubs. Die term wordt door verschillende motorclubs als geuzennaam gehanteerd en staat historisch voor de motorrijders die zich misdragen. Eerder heeft het OM al een verbod gevraagd voor vergelijkbare clubs: zoals de Bandidos, Satudarah, Hells Angels en de Broederschap Catervarius. Bandidos (in appèl tegen de beslissing), Satudarah en Catervarius (geen appèl) zijn inmiddels verboden.
Volgens het OM zijn deze clubs een bedreiging voor de openbare orde. Ze cultiveren een gewelddadig imago, en gebruiken dat voor intimidatie en afpersing. Daarnaast zijn bestuursleden (samen met leden) van No Surrender structureel betrokken bij criminele activiteiten waaronder drugshandel, mishandelingen, intimidaties en afpersingen. De organisatie, structuur, uitstraling en hiërarchie van de club worden gebruikt om de criminele feiten te faciliteren en te vergemakkelijken. Ook binnen de clubs worden leden die zich in de ogen van de leiding misdragen of de club benadelen met geweld bedreigd en mishandeld, en moeten ze betalen als ze eruit gezet worden.
Geweld en andere strafbare feiten
Het OM heeft bij de rechtbank ter onderbouwing van het verzoekschrift een dossier van vele honderden pagina s geleverd waarin beschrijvingen worden gegeven van de criminele activiteiten van de club en zijn (bestuurs)leden.
No Surrender ontstond nadat Brabander Klaas O. de al eerder dit jaar verboden Satudarah de rug toekeerde. Dat was in 2013 (compleet met notulen van de vergadering). Om in één keer het imago goed neer te zetten, zocht hij onder andere drie Amsterdammers, onder wie Willem Holleeder, aan als prominente clubleden. Destijds was al bekend dat de bedoeling van de club niet bepaald gericht was op toeren met een motor. Er is een afgeluisterd gesprek bekend waarin de Amsterdammers elkaar vragen of ze eigenlijk wel kunnen motorrijden. Een van hen zegt daarop: "Ik kan niet eens op een scooter". Met de Brabander verlieten vele tientallen medeleden Satudarah. Ook in Noord-Nederland keerden hele onderafdelingen de van oorsprong Molukse club de rug toe.
Inmiddels zitten alle kopstukken uit 2013 en 2014 vast of worden vervolgd voor al dan niet in clubverband gepleegde geweldshandelingen. In de loop der jaren worden (ex-)leden en de club zelf in verband gebracht met drugs- en wapenhandel, maar ook met liquidaties, schietpartijen, ripdeals, en mishandelingen (al dan niet van mede-leden, overheden en media). Zo wordt een lid door de eigen brothers mishandeld tijdens een begrafenis. In het onderzoek dat volgt wordt bij een van de verdachten een van de leiders van de club bijna 30 kilo cocaïne en speed gevonden die hij samen met een vuurwapen bij zijn ex (en kind) had verstopt. Dit is een illustratief voorbeeld van hoe No Surrender de buitenwereld probeert te misleiden om zijn ware clubactiviteiten te verhullen, aldus het LP.
De club heeft verder net als andere OMGs - een strakke hiërarchie. Leden die eruit gezet worden, krijgen het zeer zwaar, maar worden ook geacht hun mond te houden over de club. Ook worden zij geacht te luisteren naar "hogere" leden in de vereniging en hun opdrachten zonder tegenspraak uit te voeren. De onderafdelingen, of brotherhoods, hebben soms andere namen, maar zijn blijkens de website wel onderdeel van de inmiddels internationale club.
Eerdere maatregelen en verzoekschriften tegen motorbendes
Naast de verschillende strafzaken die lopen tegen individuele (oud)leden hebben bestuurlijke maatregelen in verschillende Nederlandse gemeenten reeds geleid tot cameratoezicht, sluiting van woningen en cafés, afgelasting van publieksevenementen en noodverordeningen. Vanuit het openbaar bestuur en de politie is de afgelopen jaren vele malen aangedrongen op een verbod van motorbendes zoals No Surrender. Ook het OM meent dat een minder vergaand alternatief dan een algeheel verbod niet voorhanden is. Er is niet sprake van enkele losse incidenten, maar van een clubcultuur van wetteloosheid en geweld. Dat maakt een verbod noodzakelijk om een einde te maken aan de ernstige dreiging die van de organisatie uitgaat.