Officier van justitie Rigje van der Heide eiste 18 maanden cel waarvan de helft voorwaardelijk. De surfers waren volgens de officier extra kwetsbaar doordat ze in het water lagen. In het water kun je je niet snel verplaatsen, zei Van der Heide. Volgens haar hadden de surfers, een man en een vrouw die een zeilschool begeleidden, gemakkelijk onder de boot van de Assenaar terecht kunnen komen. Of ze hadden door de romp of door de schroef van de buitenboordmotor geraakt kunnen worden.
De Assenaar had teveel gedronken, bijna drie keer teveel. Hij had die middag een fles wijn achterover geslagen. Hij had de surfers eerder al bijna aangevaren. Toen de surfers hem uitfoeterden, keerde hij de boot en voer hij bewust op ze af. De vrouwelijke surfer kon zich ternauwernood aan de boeg van de boot afzetten. Zij was in shock na de bijna-aanvaring. De surfers belden de politie.
Toen de waterpolitie het zeiljacht van de Assenaar in het vizier kreeg, zat er niemand aan het roer, terwijl de boot richting een drukke vaargeul voer. De schipper lag in de kajuit, volgens de politie lag hij te slapen. De Assenaar zei destijds tegen de politie dat hij was weggevallen, een gevolg van de alcohol in combinatie met zijn bloeddrukmedicijnen. Het incident had ingrijpende gevolgen voor de man.
Hij was werkzaam als ICTer bij de politie. Omdat hij niet langer van onbesproken gedrag was, werd hij geschorst. In februari vorig jaar werd hij ontslagen. Hij leeft nu van de bijstand. Omdat hij geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kan krijgen, heeft hij moeite met het vinden van een nieuwe baan. De officier zei dat ze die omstandigheden had meegenomen in haar eis. Zij wil dat de Assenaar aan de beide surfers 600 euro smartengeld betaalt.
De Leeuwarder rechtbank doet op 22 februari uitspraak.